Index panelen (Constructies en materialen)

P33 - Sterkte en stijfheid vliegtuigconstructies  P39 - Schade- en ongevallenonderzoek
P34 - Overzicht van vermoeiingsonderzoek  P40 - Composietmaterialen en
-constructies
P35 - Vermoeiingsproeven  P41 - Composiettechnologie
P36 - Overzicht load monitoring apparatuur  P42 - Ontwikkeling van vliegtuigmaterialen
P37 - Beproeving proefstukken en
constructieve details
 P43 - Onderzoek van motormaterialen
P38 - Levensduurbewaking  

Paneel 33 - Sterkte en stijfheid van vliegtuigconstructies

De Sterkte Afdeling bestaat al direct vanaf de oprichting van de RSL. Deze voert voornamelijk controles uit op de sterkte en de stijfheid van de vliegtuigconstructie, controleert de sterkte berekeningen en voert statische belastingsproeven uit.

Paneel 33 - De Sterkte Afdeling

In het kader van certificatie worden proeven op constructiedelen op ware grootte uitgevoerd.

Foto: statische sterkteproef op vleugel F-28 in twee belastingscondities.

Paneel 33 - Statische sterkteproef op vleugel F-28 in twee belastingscondities

Statische sterkteproef m.b.v. zandzakken op vleugel van Fokker F.III.

Paneel 33 - Statische sterkteproef m.b.v. zandzakken op vleugel van Fokker F.III

De veelal dunwandige en hoogbelaste vliegtuigconstructies hebben de neiging onder druk- of schuifbelasting uit te knikken.

Foto: knikproef op verstijfd vleugelpaneel.

Paneel 33 - Knikproef op verstijfd vleugelpaneel

Afschuifproef op romppaneel.

Paneel 33 - Afschuifproef op romppaneel

Naar index | Terug naar Museale Collectie: Expositie NLR Museum


Paneel 34 - Overzicht van vermoeiingsonderzoek

Historische achtergrond (~1954): vermoeiingsbreuk in romp van een De Havilland DH.106 Comet 1.

Paneel 34 - Vermoeiingsbreuk in romp van De Havilland Comet 1

Breukvlakonderzoek

Elektronenmicroscoop TEM Philips EM 75 (zie ook paneel 39).

Paneel 34 - Breukvlakonderzoek: elektronenmicroscoop TEM Philips EM 75

Meting van operationele belastingen

Inbouwapparatuur Fokker 100 (zie ook paneel 36).

Paneel 34 - Meting van operationele belastingen: inbouwapparatuur Fokker 100

Vliegtuigontwikkeling

(Vergelijkende) proeven op constructieve details:
breuk in een GLARE lapnaad.

Paneel 34 - Vliegtuigontwikkeling: (vergelijkende) proeven op constructieve details; breuk in een GLARE lapnaad

Levensduurbewaking

Meting, interpretatie en evaluatie van operationele belastingervaring:
FACE (Fatigue Analyser & Air Combat Evaluation) systeem ingebouwd in F-16 (oranje apparatuur en bekabeling in onderste foto)
(zie ook paneel 38).

Paneel 34 - Levensduurbewaking: meting, interpretatie en evaluatie van operationele belastingervaring; FACE (Fatigue Analyser & Air Combat Evaluation) systeem ingebouwd in F-16

Naar index | Terug naar Museale Collectie: Expositie NLR Museum


Paneel 35 - Vermoeiingsproeven

Vermoeiingsproeven op onderhuid van vleugel Fokker F27.

Paneel 35 - Vermoeiingsproeven op onderhuid van vleugel Fokker F27

Vermoeiingsproeven op Fokker F28 vleugel.

Paneel 35 - Vermoeiingsproeven op Fokker F28 vleugel

Vermoeiingsproef op een romppaneel van GLARE (GLAss REinforced Aluminum).

Paneel 35 - Vermoeiingsproef op een romppaneel van GLARE

Vermoeiingsproeven op de staart van de Fokker 100.

Paneel 35 - Vermoeiingsproeven op de staart van de Fokker 100

Naar index | Terug naar Museale Collectie: Expositie NLR Museum


Paneel 36 - Overzicht load monitoring apparatuur

  Paneel 36 - Vitrine 'Overzicht load monitoring apparatuur'

Registratie en analyse van de belasting op vliegtuigonderdelen tijdens een operationele vlucht leveren gegevens voor het onderzoek naar de vermoeidheid van metalen en structuren. Hierbij worden proefstukken en constructieve details onderworpen aan belastingen zoals die in de praktijk voorkomen. De NLR activiteiten op dit gebied begonnen in de jaren 1930 tijdens de pioniersvluchten van de DC-2 en DC-3 van de KLM naar Batavia (Jakarta). Belastingsmetingen tijdens de vlucht worden door het NLR uitgevoerd ten behoeve van:
1. verzamelen van belastingsgegevens voor toekomstige ontwerpen (voorbeeld: vleugelbelasting Boeing 747 van de KLM omstreeks 1978);
2. de verificatie van ontwerpaannamen (voorbeeld: vleugelbelasting van de Fokker F27 omstreeks 1959 en de latere staartlastmetingen van de Fokker 100);
3. levensduurbewaking van militaire vliegtuigen (voorbeelden: F-104, NF-5, F-16 en P-3C Orion).

Op het tekstbord in vitrine staat: Belastingen op vliegtuigonderdelen of proefstukken worden gemeten en geregistreerd met de Mechanical Strain Recorder (MSR). De cassettes van de MSR worden uitgelezen, waarna de gemeten signalen worden geanalyseerd.
De MSR aan boord van de F-16 van de Koninklijke Luchtmacht wordt in 1990 vervangen door de 1-kanaals Spectrapot, een elektronisch meetinstrument waarmee al tijdens de vlucht het geregistreerde signaal kan worden geanalyseerd.

Naar index | Terug naar Museale Collectie: Expositie NLR Museum


Paneel 37 - Beproeving van proefstukken en constructieve details

Vanaf het begin van de oprichting van de RSL in 1919 werden veel proeven uitgevoerd om de weerstand tegen vermoeiing door draaibuiging als gevolg van trillingen te bepalen. Het afgebeelde vermoeiingsbankje uit de RSL-tijd was te zien op de tweede verdieping.

Paneel 37 - Proeven uitgevoerd om de weerstand tegen vermoeiing door draaibuiging als gevolg van trillingen te bepalen

De Amsler vibrafoor werkt volgens het resonantie-principe en maakt hoge beproevingsfrequenties mogelijk. De machine is daarom zeer geschikt om een korte tijd een groot aantal basis-vermoeiingsgegevens te verwerven.

Paneel 37 - Amsler vibrafoor werkt volgens het resonantie-principe en maakt hoge beproevingsfrequenties mogelijk

De programmeerbaarheid van de belastingsvolgorde was bij de eerste vermoeiingsmachines beperkt. Maar met de Horizontale Schenckbank konden zogenaamde programmaproeven worden uitgevoerd, waarbij 'blokken' lastwissels met verschillende amplitude werden aangebracht. Daarnaast was het mogelijk 'handmatig' enkelvoudige belastingen aan te brengen, voor onderzoek bijvoorbeeld van bijzondere belastingen, zoals tijdens de landing en het taxiën.

Paneel 37 - Met de Horizontale Schenckbank konden zogenaamde programmaproeven worden uitgevoerd

Met de introductie van servo-gestuurde ventielen kon elke willekeurige belastingsvolgorde in een proef worden aangebracht. Hierdoor werd het mogelijk om in de vlucht gemeten belastingshistories in de proef aan te brengen. De foto toont een MTS servo-gestuurde bank waarin een proefstuk aan zo'n gemeten belastingsgeschiedenis wordt onderworpen.

Paneel 37 - Met servo-gestuurde ventielen kon elke willekeurige belastingsvolgorde in een proef worden aangebracht

De toenemende aandacht voor 'schade tolerantie' leidde tot een groeiende belangstelling voor scheurgroei als gevolg van de belasting van dragende delen van het vliegtuig. Luchtwaardigheidsautoriteiten eisen het bewijs dat een vliegtuigconstructie voldoende robuust - schade tolerant - is om de ontwikkeling van een scheur tot aan de volgende inspectiebeurt te overleven. Het bewijs wordt gewoonlijk geleverd door een combinatie van de resultaten van berekeningen en experimenten.

De foto toont scheurgroeionderzoek aan een vleugelpaneel van de Fokker F27.

Paneel 37 - Scheurgroeionderzoek aan een vleugelpaneel van de Fokker F27

Om de scheurstoppende werking van verstijvers te bepalen en/of te verifiëren werden proeven gedaan op simpele verstijfde panelen met een centrale scheur.

De foto toont een verstijfd paneel tijdens een compressie-test.

Paneel 37 - Een verstijfd paneel tijdens een compressie-test

Het NLR gebruikt een testframe voor onderzoek onder meer-assige belasting. Zulke belastingssituaties doen zich onder andere voor in romppanelen.
Bij het afgebeelde testframe voor gebogen panelen worden de belastingen aan de omtrek gegenereerd door luchtdrukverschillen. Een hydraulisch systeem levert de longitudinale drukkrachten op het romppaneel met daar bovenop de buigeffecten.

Paneel 37 - Testframe voor onderzoek onder meer-assige belasting

Naar index | Terug naar Museale Collectie: Expositie NLR Museum


Paneel 38 - Levensduurbewaking

'Teardown'-inspectie van de F-16 (J-239) van de Koninklijke Luchtmacht (KLu).

Paneel 38 - 'Teardown'-inspectie van KLu F-16 (J-239)

Voorbeeld van variaties in gebruik:
vluchtduur van Boeing 747 vluchten.

Paneel 38 - Voorbeeld van variaties in gebruik:
vluchtduur van Boeing 747 vluchten

Voorbeeld van variaties in gebruik:
cabinedruk van Boeing 747 vluchten.

Paneel 38 - Voorbeeld van variaties in gebruik:
cabinedruk van Boeing 747 vluchten

Voorbeeld van variaties in belastingservaring:
rek/vleugeldoorbuiging van F-16 vluchten KLu (in figuur rechts is KLu aangeduid als RNLAF = Royal Netherlands Air Force).

Paneel 38 - Voorbeeld van variaties in belastingservaring:
rek/vleugeldoorbuiging van F-16 vluchten KLu

Nog een voorbeeld van variaties in belastingservaring: rek/vleugeldoorbuiging van F-16 vluchten KLu.

Paneel 38 - Nog een voorbeeld van variaties in belastingservaring:
rek/vleugeldoorbuiging van F-16 vluchten KLu

Naar index | Terug naar Museale Collectie: Expositie NLR Museum


Paneel 39 - Schade- en ongevallenonderzoek

Het fundamentele materiaal- en vermoeiingsonderzoek en het onderzoek van praktijkbreuken en ongevallen is steeds ondersteund met uitvoerig microscopisch onderzoek. Onder een microscoop is het uiterlijk van een breukvlak soms een aanwijzing voor de oorzaak van de breuk en zelfs soms van een ongeval.

In 1918 wordt het Rumpler C.VIII lesvliegtuig door de Luchtvaartafdeeling (LVA) in gebruik genomen. In 1919 storten er twee brandend neer. Er volgt een vliegverbod. De RSL voert in opdracht van een commissie onderzoek uit naar de mogelijke oorzaak. De conclusie is dat de kwaliteit van de koperen benzineleiding te kort schoot en heeft geleid tot lekkages en brand.

In 1974 breekt in de vlucht een rotorblad af van een Sikorsky S-61N helikopter, die verongelukt. Het NLR doet onderzoek naar de oorzaak. De rotorbladen van de S-61 zijn opgebouwd uit een holle aluminium ligger met een daaraan vastgelijmde achterrand van kunststof. Er bestaat een overdruk in de ligger, die alleen met stilstaande rotor kan worden gecontroleerd; drukverlies wijst op een scheur.

Paneel 39 - In 1974 breekt in de vlucht een rotorblad af van een Sikorsky S-61N helikopter

Bij een periodieke bladinspectie was eerder geconstateerd, dat op één plaats de lijmbevestiging plaatselijk was losgelaten, maar binnen de fabriekstolerantie viel, zodat vooralsnog kon worden doorgevlogen. Er is ter plekke corrosie ontstaan en het begin van een scheur, die groeide tijdens het verdere gebruik en niet tijdig is ontdekt. De drukmeter van het betreffende blad wees voor de aanvang van de laatste vlucht nog normaal aan. Tijdens deze vlucht is een vermoeiingsbreuk ontstaan. Het NLR heeft acht verschillende onderzoekstechnieken ingezet om de oorzaak vast te stellen en daarna drie voorstellen gedaan voor verbetering.

In 2001 stort een F-16 van de Koninklijke Luchtmacht (KLu) na een motorstoring in zee. Het NLR doet (materiaal)-onderzoek naar de oorzaak met o.a. een elektronenmicroscoop. De conclusie is, dat als gevolg van trillingen een hoge druk olieleiding bij de motor is gescheurd; weggelekte olie is ontbrand en door de hoge temperatuur is een aandrijfas uitgebogen met als gevolg dat de motor is gestopt. De handboeken worden aangepast om de trillingen uit te sluiten.

Paneel 39 - Een hoge druk olieleiding bij de motor is gescheurd

Naar index | Terug naar Museale Collectie: Expositie NLR Museum


Paneel 40 - Composietmaterialen en -constructies

Als uitgangsmateriaal bij de fabricage van composieten dienen vaak zogenaamde prepregs. Dit zijn dunne lagen materiaal bestaande uit bundels van vezels in één richting (weefsels), die zijn geëmpregneerd met hars. Prepregs worden gebruikt voor de vorming van gelaagde composietmaterialen (laminaten). Het opgebouwde product wordt vervolgens in een oven of autoclaaf uitgehard.

Paneel 40 - Het opgebouwde product wordt vervolgens in een oven of autoclaaf uitgehard

Vleugelpaneel met verstijvers.

Paneel 40 - Vleugelpaneel met verstijvers

Crash-bestendige rompconstructie.

Paneel 40 - Crashbestendige rompconstructie

Naar index | Terug naar Museale Collectie: Expositie NLR Museum


Paneel 41 - Composiettechnologie

Het vervaardigen van composiet constructies vergt methoden en gereedschappen die vaak sterk afwijken van de tot dan toe gangbare.

Foto: het stapelen van voorgeïmpregneerd materiaal.

Paneel 41 - Het stapelen van voorgeïmpregneerd materiaal

Het vervaardigen van composiet constructies vergt methoden en gereedschappen die vaak sterk afwijken van de tot dan toe gangbare.

Foto: mal voor het injecteren van hars in een droog weefsel.

Paneel 41 - Mal voor het injecteren van hars in een droog weefsel

Het vervaardigen van composiet constructies vergt methoden en gereedschappen die vaak sterk afwijken van de tot dan toe gangbare.

Foto: apparatuur voor automatische ultrasone inspectie.

Paneel 41 - Apparatuur voor automatische ultrasone inspectie

Toepassingen van composieten zijn niet alleen gericht op gewichtsreductie, maar ook op het verlagen van de kostprijs of een combinatie van beide.

Lichter: ondersteldeel voor een helikopter.

Paneel 41 - Ondersteldeel voor een helikopter

Toepassingen van composieten zijn niet alleen gericht op gewichtsreductie, maar ook op het verlagen van de kostprijs of een combinatie van beide.

Goedkoper: aandrijfas voor een staartrotor van een helikopter.

Paneel 41 - Aandrijfas voor een staartrotor van een helikopter

Toepassingen van composieten zijn niet alleen gericht op gewichtsreductie, maar ook op het verlagen van de kostprijs of een combinatie van beide.

geoptimaliseerd: op buiging belast satellietonderdeel.

Paneel 41 - Op buiging belast satellietonderdeel

Naar index | Terug naar Museale Collectie: Expositie NLR Museum


Paneel 42 - Ontwikkeling van vliegtuigmaterialen

Het belang van de materialenafdeling van het NLL.

Paneel 42 - Het belang van de materialenafdeling van het NLL

Werkzaamheden van de Materialen Afdeeling.

Paneel 42 - Werkzaamheden van de Materialen Afdeeling

Vermoeiingsbank 'Alpha' van de RSL.

Paneel 42 - Vermoeiingsbank 'Alpha' van de RSL

Het NLR is sinds de jaren 1980 intensief betrokken geweest bij de ontwikkeling en beproeving van GLARE (GLAss REinforced Aluminum). GLARE is een composietmateriaal met een betere weerstand tegen scheurgroei dan de tot dan toe gebruikte aluminiumlegeringen, maar met dezelfde goede eigenschappen zoals bewerkbaarheid en mogelijkheden tot reparatie. GLARE bestaat uit lagen aluminiumplaat, afgewisseld met een glasvezelversterkt materiaal met de eigenschap dat het gelijmd kan worden. GLARE is lichter dan een aluminiumlegering. GLARE dankt de goede weerstand tegen scheurgroei voornamelijk aan de aanwezigheid van de glasvezels, die ongevoelig zijn voor vermoeiing. GLARE wordt gebruikt in de romppanelen van de Airbus A380. In elk toestel is ongeveer 450 m2 verwerkt.

Paneel 42 - ontwikkeling en beproeving van GLARE (GLAss REinforced Aluminum)

Naar index | Terug naar Museale Collectie: Expositie NLR Museum


Paneel 43 - Onderzoek van motormaterialen

Het beproeven van vliegtuigmotoren is een belangrijke eis, die direct wordt gesteld aan de RSL. Er komt een aparte afdeling motoren en er wordt een motorproefdraaiplaats gebouwd. Hierbij gaat het vaak om het meten van het vermogen en het brandstofverbruik, soms van een hele serie motoren van hetzelfde type. Er wordt ook geëxperimenteerd met carburateurs en met verschillende soorten brandstofmengsels.

De foto toont een motor met propeller in de motorproefdraaiplaats van de RSL.

Paneel 43 - Motor met propeller in de motorproefdraaiplaats van de RSL

In de jaren vijftig van de vorige eeuw worden de ramjetmotoren, bevestigd aan de bladuiteinden van de Nederlandse Kolibrie helikopter, bij het NLL getest. Een vaste testbank wordt gebruikt voor de ramjetontwikkeling. Er wordt in Amsterdam (zie foto) een speciale, draaiende testopstelling gebruikt om onder andere het brandstofsysteem te testen onder grote centrifugaalkrachten. Later wordt in verband met geluidsoverlast de rotorproefstand verplaatst naar de Noordoostpolder.

Paneel 43 - Rotorproefstand in Amsterdam

De levensduur van gasturbinebladen kan sterk worden bekort door atmosferische omstandigheden, zoals zoute lucht. In 1975 wordt bij het NLR een 'Burner Rig' ontwikkeld en geïnstalleerd. Hiermee kunnen turbinebladen worden getest onder verschillende atmosferische condities.

Paneel 43 - 'Burner Rig' van het NLR

De levensduur van gasturbinebladen kan sterk worden bekort door atmosferische omstandigheden, zoals zoute lucht. Compressorbladen worden bij hoge temperatuur op vermoeiing getest in de 'Compressor Rig'.

Paneel 43 - 'Compressor Rig' van het NLR

Naar index | Terug naar Museale Collectie: Expositie NLR Museum


Webdesign Martin